“Wanneer ga je terug naar Nederland?”. “Ergens begin mei.”. “Wanneer precies?”. “Dat weet ik niet en eerlijk gezegd wil ik het ook nog niet weten”. Dit gesprek heb ik de afgelopen maanden regelmatig gehad en ik wist de vertrekdatum echt ook niet meer, ik had dat netjes verdrongen en de ticket goed weggeborgen. Maar nu moet ik het wel onder ogen zien; a.s. zondagavond vertrek ik en volgende week woensdag zit ik alweer achter de computer op de ICT afdeling van Cordaan. Ons kantoor is aan het verhuizen, dus eigenlijk hoop ik dat mijn werkplek nog helemaal niet in orde is. Wel hoop ik dat die prachtige kunst-palmboom die ze voor mijn vertrek hadden geplaatst om mij terug te lokken uit Suriname, er ook weer staat. Want dat ga ik echt missen, waar je ook kijkt hier in Su, er is altijd wel een palmboom aan de horizon… Nou goed, laat ik me nu niet meeslepen in melancholie en terugkeren naar de orde van de dag.
Zaterdag wilde ik heel graag mijn weblog bijwerken, al mijn foto’s had ik al klaar, maar ik heb het opgegeven, ik heb me laten tegenhouden door de regen. Want…!! waar er een paar dagen daarvoor 80 mm regen was gevallen, is er vrijdagnacht 165 mm regen gevallen. En de Toenalaan met z’n slechte afwatering, was een nog diepere rivier dan voorheen geworden. Het water is de kamers in het benedenhuis binnengelopen en als er een auto langsging zag je het doorgolven tot achter op het erf. Bij de overbuurvrouw, die een laagbouw woning heeft, stroomde het water met elke passerende 4WD het woonhuis binnen. Na dit tafereel een tijdje te hebben aangezien ben ik toch nog met mijn waterlaarzen naar de combémarkt gegaan om inkopen te doen voor de Powakkatrip van de volgende dag, maar daarna had ik wel genoeg water gezien voor de dag. Zo was het in de stad, filmpje op YouTube.
Dus heb ik me maar in de keuken uitgeleefd en wat geëxperimenteerd met Surinaamse groenten; gehaktballen met sopropo en gropisie(taugé) sambal. Ook heb ik massala kip en spek met kousenband klaargemaakt. De Powakka-posse heeft hier zondag smakelijk van gegeten.
MET EEN POSSE NAAR DE PLANTAGE, het laatste deel
Zondagochtend hebben we in de Toenalaan, waar het onderhuis nog onder water stond de auto ingeladen. Oom Ot en tante Ike (van Commewijne) zouden deze keer ook meegaan, maar dachten dat we het misschien zouden afzeggen vanwege de regen, maar nee hoor, mijn laatste trip naar Powakka kon een beetje regen mij niet afnemen. Zo gingen we met de grootste posse ooit naar Powakka. Erik, Roy en Tesie zaten achterin de pickup en tante Anita, oom Eddy, Oom Ot en ik zaten warmpjes binnenin. Natuurlijk probeerde ik het de jongens wel comfortabel te maken, maar ze lachten om mijn suggesties voor comfort. Ach, ze hebben dit al zo vaak gedaan, dus wat maak ik me druk, het zijn echte die-hards! Toch was ik wel blij dat het niet of nauwelijks regende tijdens de rit. Het doel van deze trip was een muurtje optrekken voor het eerste verblijfvertrek van Roy en korte metten maken met de zure mandarijnboom naast het huis. Maar natuurlijk is er veel meer gedaan dan dat, zeker met zo’n grote groep mensen. Zelf had ik weinig te doen; iedere keer als ik een werktuig wilde pakken was ie al ingenomen door iemand anders. Dus ging ik maar met de camera rondlopen. Toen ik eindelijk zelf even aan het zagen was hoorden we hard roepen “kom snel, KOM SNEL!!!”. Eddy zag tijdens het brushcutten een owro-koekoe snekie langs hem lopen en ingepakt als hij was kon hij niet veel doen en had iemand nodig om de zeer giftige slang te doden. Van alle kanten kwam men aangesneld maar niemand wist hoe of wat, behalve Roy, die met een koevoet de owroe-koekoe snekie (labaria/landpuntslang/fer-de-lance) naar de andere wereld hielp. Toen ik de slang nog een beetje zag kronkelen vroeg ik Roy of ie echt dood was. Roy zei “ja”, en benadrukte zijn antwoord door de kop van de slang faliekant met de koevoet te maskaderen (pletten). Ik was wis en waarachtig overtuigd, deze slang had niet eens meer tanden om te bijten. Daarna was het natuurlijk tori-tijd. Eddy vertelde in geuren en kleuren over de keer dat er een maka-sneki (bushmaster) in het huis hier op de plantage was.
De drie die-hards hadden de muur van de kamer inmiddels tot middelhoogte opgetrokken, maar moesten staken omdat de stenen door het ingetrokken vocht veel te zwaar waren en als ze toch door zouden gaan, de kans op instorten groot zou zijn. Dus kwamen ze ons nu helpen met de mandarijnboom en dat was hard nodig, want de takken waren behoorlijk dik. Wat was ik blij toen ik na het kortwieken zag wat ik altijd had vermoed, de akelige donkere schaduw naast het huis was als sneeuw voor de zon verdwenen en de bijen konden zo dicht bij het huis mooi geen nestje meer maken. Toen ik dat tegen Roy zei antwoordde hij: “Maar die horen er ook bij”.
Tante Ike heeft na de opening van De Plantage Bar al gauw een eerste klant.
Muurtje optrekken voor het startverblijf en opslagruimte voor Roy.Koemboe-boom, uitgegroeide okers en kleine kousebandjes.Owroekoekoe snekie en snekie torie.
Het kortwieken van de mandarijnboom. Brushcutten.Inpakken en wegwezen!
Aan iedereen in Nederland: een fijne Koninginnedag!!
Watersnood 2006 in 2009
13 jaar geleden