donderdag, mei 10, 2007

Wonen in Nederland, Bouwen in Suriname

Hier kun je de bouw in de Apollostraat verder volgen.

woensdag, mei 09, 2007

De laatste

Ik ben terug in Nederland, maar eigenlijk ook nog niet. Het is een “spooky” gevoel, alsof mijn geest is achtergebleven in Suriname en nog onderweg is naar mij. Dit gepaard met een dosis jetlag geeft een erg zweverig en afwezig gevoel. Maar, ik ben bij genoeg om alle mensen die de afgelopen tijd zo leuk op deze weblog hebben gereageerd hartelijk te danken, of dat nu via e-mail of een reactie op de weblog was. Mede dankzij jullie heb ik het ook kunnen volhouden en nu heb ik een geweldig dagboek waarvan ik kan nagenieten. Het is niet altijd makkelijk geweest om bij te houden. Soms was het zo druk en gebeurde er zoveel achter elkaar dat ik gewoon niet meer wist hoe en wat ik moest schrijven. Ik werd chagrijnig van de ophopende achterstand en MOEST dan een time-out van alles om me heen nemen om weer achter de laptop te kruipen. En als ik weer bij was, dan was ik weer vrolijk. Een beetje raar, maar wel waar.
Het idee om een weblog bij te houden kwam oorspronkelijk van mijn collega Paulien. Haar zoon had dit ook gedaan toen hij op vakantie was, en dat vond ze heel geslaagd. Ik ben erg blij dat ze er mee aankwam. Ik heb begrepen dat niet iedereen de reacties heeft gelezen, maar die van mijn neef Chris zijn vaak aanvullend geweest op mijn verhalen en heel plezierig vond ik het dat hij regelmatig beaamde wat ik ervoer. Zo wist ik dat ik niet gek was. Ik heb m’n best gedaan om voor Chris nog foto’s van La Perola te maken, maar ik durfde het gewoon niet terwijl er zoveel mensen om ons (tante Anita, oom Eddy en mij) heen waren; die Brasshio’s bleven maar naar ons staren, en om dan nog een foto te maken, dat was me echt teveel. Stel je voor dat er net een huurmoordenaar in mijn lens zat te staren.Inderdaad, zoals Erwin schreef heeft Maarten een “palmboompje” voor me op de werkplek geregeld en er zelfs bananen in gehangen. En mijn naaste collega’s hebben warempel een stretcher-hangmat voor me op de werkplek aangeschaft. Ik werd er gewoon verlegen van. M’n baas die natuurlijk door al die verhuizingen tot over z’n oren in het werk zit, heeft toch de moeite genomen om me een mooie rondleiding te geven op de nieuwe afdeling. Het was een erg warm onthaal.Het onthaal thuis natuurlijk ook. Heel veel aandacht en voor mijn eerste week maaltijden door moeders bereid en thuis bezorgd door m’n zus. Wat heb ik het toch goed.

Vanaf nu zal ik alleen de status van het bouwproject bijhouden. Ik hoop van harte dat ik af en toe fotootjes mag ontvangen, want ik heb inmiddels begrepen dat Wahab niet stilzit. Al toen ik nog in Suriname was, was de bouwkeet (fase 0) helemaal afgerond, inclusief de koemakoisi (simpel buitentoilet) voor de werklui. Ook heeft Wahab onlangs de bouwkraan naar eigen zin aangepast. Uiteraard wel in overleg met Openbare werken.Fase 1, de fundering was ook al gestart; materialen waren verzameld, en de bewapening voor de fundering werd op maat gemaakt.Intussen is ook getracht al de rommel die ver tevoren door de buren op het perceel is gedumpt weg te slepen. Eerst met een truck, maar die kwam vast te zitten, had Tesie gerapporteerd, en later met een lichter vehicle, een pickup, maar ook die kwam vast te zitten in de drassige grond. Dus zijn de mannen begonnen het materiaal zelf naar voren te slepen. Dat moet een zware klus geweest zijn.

Enne, gisteren is de bouwvergunning binnengekomen. Mijn tante Anita heeft het opgehaald, en vandaag heeft Wahab meteen materiaal voor het storten van de fundering besteld, want ondanks de grote regentijd is het nu even redelijk weer. Duimen maar voor meer goed weer.

maandag, mei 07, 2007

Terug

“Shit, als die drugshond maar niet op m’n broodje koepila afkomt”
“Tjeez, wat is Nederland toch rijk!! Kijk al die duizenden vloertegels toch glimmen”
“Yesss, I made it, met m’n broodje koepila, gedroogde garnalen, dvd’s en zonder diepgaande betastingen”
“Hééé, Chellie ziet er nog zo tropisch uit en Maarten is me ook komen verwelkomen!!”
“Meisje....., wat zijn die strepen op de weg hier WIT…!!!”
“Zo moeders, ik heb 2 flessen Borgoe voor je meegenomen en een stuk Van der Meer bruine koek, wil je alsjeblieft de koek goed proeven en het voor me namaken?”

Poging tot vertrekken

De vertrekhal van Zanderij is veel te koud. Ik zit er nu al een paar uur en het schiet maar niet op. Wat ben ik blij dat ik m’n fleece vestje bij me heb. Al bij het inchecken begon het. De rij was enorm en er zat nauwelijks beweging in, maar zonder dat ik er zelf op uit was, ben ik tijdens een broeja (chaotische) herschikking van de rijen voorgedrongen en daar door een beveiligingsbeambte ingesloten. Ik was relatief snel aan de beurt, relatief omdat de bliksem ergens was ingeslagen en het computersysteem van de incheckbalie daardoor plat lag, de stoelen werden nu handmatig verdeeld. Snel heb ik maar bijbetaald voor een comfort-seat want ik kreeg de indruk dat het vliegtuig boordevol zou zijn, en dan is zo’n krap plaatsje nog minder leuk. En inderdaad hoor. Later werd er omgeroepen: Martinair zoekt naar 8 vrijwilligers die in plaats van vandaag op de dinsdag willen vertrekken. Vergoeding is 150 USD, hotelovernachting en transport van Zanderij naar hotel. Een nieuwsgierige Hindoestaanse meneer was weggelopen en kwam terug met het bericht dat een paar Nederlanders zich hiervoor hadden opgegeven. Na een tijdje werden er nog maar naar vier vrijwilligers gezocht, en daarna hield het op. Blij toe dat ik ook heb bijbetaald om in de VIP-ruimte te zitten (20 USD), want nadat we al een uur geleden hadden moeten instappen werd omgeroepen dat er een technisch mankement was, een of ander klepje wilde niet meer automatisch terug. Geschatte extra vertraging was vanaf nu anderhalf uur. Ik zit hier tenminste in een comfortabele stoel, ik kan internetten, er zijn overheerlijke broodjes pom, sate’s en ook heerlijke loempia’s. Ook de bar is goed gevuld, ik heb net een cognacje tegen de kou genomen.
Wat een dag, wat een dag. Het begon al op de Kwattamarkt, daar was al vroeg in de ochtend een djoegoedjoegoe (opruiing). Toen we aankwamen (tante Anita, oom Eddy en ik) hadden zich buiten achter de eetzaal al aardig wat dronken mannen verzameld die hun best deden in elke zin die ze uitkraamden het schuttingwoord “ pangpang” op te nemen. Toen we aan ons ontbijt zaten (saoto soep voor mij) werden de gemoederen wat heter. Een boslandcreool werd heftig uitgescholden en er werd wat geduwd. Later, en het is heel spijtig dat ik daar geen foto van heb kunnen nemen, kwam hij terug met een enorm kapmes. Weer wat later werd de politie erbij gehaald en kalmeerden de gemoederen. Even goed heb ik van m’n saoto genoten, al waren we wel paraat om ons snel uit de voeten te maken als het echt uit de hand zou lopen.
Op de kwattamarkt heb ik alleen maar lichtgewicht boodschappen gedaan voor de terugtocht naar Nederland, want m’n koffer was met m’n eigen spullen al 23 kilo, en mijn limiet was 25 kilo. Terug bij oma moest ik heel wat pas en meetwerk verrichten voordat mijn koffer goed en wel ingepakt was. Maar uiteindelijk is dat allemaal goed verlopen. Er zijn heel wat mensen langs geweest om afscheid te nemen en de mensen waarvoor ik foto’s had afgedrukt, waren er nog blijer mee dan ik had verwacht. Dat deed me goed. Er zijn beloftes gedaan en ik hoop dat ze allemaal uitkomen. O.a. dat ik na ongeveer 5 maanden terugkom, dat Roy dan hoog en droog in Powakka zit, dat Tesie elke dag in de Apollostraat is langsgereden en de vorderingen aan oma heeft gerapporteerd, dat mijn neef Danny tweewekelijks foto’s van de bouwactiviteiten heeft genomen en naar mij heeft gemaild. Ik ben benieuwd. Wahab heeft me toegezegd dat hij echt z’n best gaat doen om alles goed te laten verlopen en ik heb veel vertrouwen in hem geplaatst. Ook in tante Helen die de financiele kant voor mij gaat afhandelen. Mijn collega Marcel zal trots op me zijn, ik heb haar achtergelaten met een grote map vol met begrotingsoverzichten die ingevuld kunnen worden, van mei t/m december.
Ik begin me nu wel een beetje ongemakkelijk te voelen, want de beveiligingsbeambte die even tegenover me kwam zitten om ook te internetten (“op de mercedes webpagina”, zei hij tegen z’n collega) zei in het Surinaams: het is alsof het vliegtuig niet wil vertrekken. Ik ben niet het type dat zich erg zorgen gaat maken, maar ik heb inmiddels wel behoefte aan een soepele gang van zaken en slaap. Misschien moet ik nog maar een cognacje nemen. Ah, het is 23:45 uur en de Martinair dame deed de aankondiging dat het technisch mankement is opgelost, we mogen gauw instappen.Mijn buurman tijdens de vlucht was niet echt de gezelligste en verstopte zich voornamelijk onder een deken, volgens mijn zusje is dit gewoon onder een bepaalde groep mensen; liever anoniem als spook dan herkenbaar in een zeer genante slaaphouding (vreselijk uncool!). Dus ging ik, als ik zelf niet sliep, filmpjes kijken op de DigEplayer. Tot de daling boven bewolkt Amsterdam begon.

donderdag, mei 03, 2007

De halfautomatische wasmachine

Wasje in de wastrommel doen, wastrommel met de slang laten vollopen met water, waspoeder erbij doen, minuten instellen, automatisch wassen begint, je mag even weglopen. Water uit de trommel weg laten lopen, half wasje overhevelen naar de centrifuge, minuten instellen om zeepwater uit te centrifugeren. Als centrifuge lawaai maakt, wasje beter in evenwicht arrangeren tot lawaai ophoudt. Automatisch centrifugeren begint, je mag weer even weglopen. Gecentrifugeerd wasje overhevelen naar een teil en de andere helft van het wasje overhevelen naar de centrifuge en minuten instellen. Automatisch centrifugeren begint. Trommel met slang laten vollopen met spoelwater, gecentrifugeerde wasjes erin doen en minuten instellen voor het spoelen. Automatisch spoelen begint. Spoelproces naar wens herhalen met schoon water en tenslotte halve wasjes een voor een weer centrifugeren. Daarna mogen ze aan de lijn om op te drogen.
In Nederland ben ik ze nog nooit tegengekomen, maar hier in Suriname heeft bijna iedereen een halfautomatische wasmachine. En inmiddels ben ik tot de conclusie gekomen dat heel veel processen in Suriname zich gedragen als bij de halfautomatische wasmachine; hoewel je met één opdracht aankomt, wordt de opdracht voordat je het weet in stukjes opgedeeld. En al deze stukjes moet je zelf aansturen, anders stopt het proces. Zelfs al heb je de garantie gekregen dat het in orde komt, zorg dat je erbij bent, want een kink in de kabel is aldoor op de loer. Een goed voorbeeld hiervan was de aanvraag en installatie van de bouwkraan. Op het laatst is het toch op de verkeerde plaats geïnstalleerd omdat de installateurs liever in de schaduw werkten.
Deze halfautomatische processen in Suriname, daar was ik eigenlijk niet goed op voorbereid. Zelfs als mensen zeiden: “Niets gaat vanzelf in Suriname”, wist ik niet dat ze dit ermee bedoelden. Om hier je dingen goed voor elkaar te krijgen, moet je een top-regelaar zijn, zelfs als je de weg van vriendjespolitiek en corruptie inslaat.
Gelukkig staan Wahab en ik op één lijn wat dat betreft; we proberen alles gedegen te regelen.
De bouwactiviteiten waren even gestagneerd door de zware regens, dat zal zo blijven doorgaan, maar tot nu toe ben ik best tevreden met wat ik zie, al is het nog maar de bouwkeet.* Apollostraat 19, de bouwkeet: verschil van een halve dag werk van Wahab en zijn assistent.*

Met de hulp van tante Helen heb ik gisteren heel wat zaken kunnen regelen, zoals buurtwacht en automatische afschrijvingen. De assistent van Wahab heeft aangeboden, wanneer nodig, ook de wacht te houden, dus dat komt ook goed. Maar wat nog steeds niet rond is, is de bouwstroom en de bouwvergunning.
Op wrokoman dey (dag van de Arbeid) heb ik mijn enorme kampeerinboedel opgeruimd. Wat zag ik daar tegenop. Gelukkig werd toen net de grootste appelbacove tros ooit van oma’s erf geoogst, wel 9 kammen, dus kon ik met bacove-energie vooruitstomen. * Mijn wrokoman dey: de opruiming van mijn intussen enorm gegroeide kampeerinboedel, hangmatten en tapoli wasemen uit, opgeruimd staat netjes, tante Helen en de tros appel-bacoven. *

Die avond heb ik ook “de Agro en made in Suriname beurs” bezocht, een beurs met heel veel agrarische producten, er waren zelfs koeien aanwezig, maar ook standjes met allerlei producten van Surinaamse makelij. Sinds kort worden er oesterzwammen in Commewijne verbouwd, je kon deze op de beurs proeven. Door de nog lage productie zijn de zwammen niet overal te koop, wel bij supermarkt Choi, DE supermarkt waar je ook bijna alle buitenlandse producten kunt vinden. Ook de meer gangbare Surinaamse lekkernijen waren volop aanwezig op de beurs, zo ook de lekkernijen van Van der Meer; ik gaf weer toe aan mijn “bruine-sopie-koek-verslaving”. * De Agro en made in Suriname beurs: De zeer gewilde King Crab op sterk water, een Braziliaanse markoesa en een reuzencitroen, kippetjes met lange nek aan het spit, de oesterzwammen stand, de Van der Meer stand. *
Bij "Delicious Cakes and Snacks" kocht ik een kleine pom voor oma, want eigenlijk zou ik deze vakantie pom voor oma maken, maar het is er eerder niet van gekomen en oma vond het later niet meer nodig. Wel wilde ze weer sopropo gehaktballen, dus de volgende dag heb ik die voor haar klaargemaakt. Ze zijn nu in pakketjes in de vriezer en zo kan oma, zoals ze zelf zegt, toch iets van mijn hand blijven eten, ook al ben ik weer in Nederland. Oma had die dag daarvoor een van mijn lievelingsgerechten klaargemaakt, krab, en wel op twee manieren, massala krab en krab in tomatensaus. Dat was waarlijk een smulfestijn!
Krab in tomatensaus, massala-krab met klaroen en boulanger, voorraadje sopropo-gehaktballen voor oma.

maandag, april 30, 2007

Spannende dagen

“Wanneer ga je terug naar Nederland?”. “Ergens begin mei.”. “Wanneer precies?”. “Dat weet ik niet en eerlijk gezegd wil ik het ook nog niet weten”. Dit gesprek heb ik de afgelopen maanden regelmatig gehad en ik wist de vertrekdatum echt ook niet meer, ik had dat netjes verdrongen en de ticket goed weggeborgen. Maar nu moet ik het wel onder ogen zien; a.s. zondagavond vertrek ik en volgende week woensdag zit ik alweer achter de computer op de ICT afdeling van Cordaan. Ons kantoor is aan het verhuizen, dus eigenlijk hoop ik dat mijn werkplek nog helemaal niet in orde is. Wel hoop ik dat die prachtige kunst-palmboom die ze voor mijn vertrek hadden geplaatst om mij terug te lokken uit Suriname, er ook weer staat. Want dat ga ik echt missen, waar je ook kijkt hier in Su, er is altijd wel een palmboom aan de horizon… Nou goed, laat ik me nu niet meeslepen in melancholie en terugkeren naar de orde van de dag.
Zaterdag wilde ik heel graag mijn weblog bijwerken, al mijn foto’s had ik al klaar, maar ik heb het opgegeven, ik heb me laten tegenhouden door de regen. Want…!! waar er een paar dagen daarvoor 80 mm regen was gevallen, is er vrijdagnacht 165 mm regen gevallen. En de Toenalaan met z’n slechte afwatering, was een nog diepere rivier dan voorheen geworden. Het water is de kamers in het benedenhuis binnengelopen en als er een auto langsging zag je het doorgolven tot achter op het erf. Bij de overbuurvrouw, die een laagbouw woning heeft, stroomde het water met elke passerende 4WD het woonhuis binnen. Na dit tafereel een tijdje te hebben aangezien ben ik toch nog met mijn waterlaarzen naar de combémarkt gegaan om inkopen te doen voor de Powakkatrip van de volgende dag, maar daarna had ik wel genoeg water gezien voor de dag. Zo was het in de stad, filmpje op YouTube.



Dus heb ik me maar in de keuken uitgeleefd en wat geëxperimenteerd met Surinaamse groenten; gehaktballen met sopropo en gropisie(taugé) sambal. Ook heb ik massala kip en spek met kousenband klaargemaakt. De Powakka-posse heeft hier zondag smakelijk van gegeten.

MET EEN POSSE NAAR DE PLANTAGE, het laatste deel
Zondagochtend hebben we in de Toenalaan, waar het onderhuis nog onder water stond de auto ingeladen. Oom Ot en tante Ike (van Commewijne) zouden deze keer ook meegaan, maar dachten dat we het misschien zouden afzeggen vanwege de regen, maar nee hoor, mijn laatste trip naar Powakka kon een beetje regen mij niet afnemen. Zo gingen we met de grootste posse ooit naar Powakka. Erik, Roy en Tesie zaten achterin de pickup en tante Anita, oom Eddy, Oom Ot en ik zaten warmpjes binnenin. Natuurlijk probeerde ik het de jongens wel comfortabel te maken, maar ze lachten om mijn suggesties voor comfort. Ach, ze hebben dit al zo vaak gedaan, dus wat maak ik me druk, het zijn echte die-hards! Toch was ik wel blij dat het niet of nauwelijks regende tijdens de rit. Het doel van deze trip was een muurtje optrekken voor het eerste verblijfvertrek van Roy en korte metten maken met de zure mandarijnboom naast het huis. Maar natuurlijk is er veel meer gedaan dan dat, zeker met zo’n grote groep mensen. Zelf had ik weinig te doen; iedere keer als ik een werktuig wilde pakken was ie al ingenomen door iemand anders. Dus ging ik maar met de camera rondlopen. Toen ik eindelijk zelf even aan het zagen was hoorden we hard roepen “kom snel, KOM SNEL!!!”. Eddy zag tijdens het brushcutten een owro-koekoe snekie langs hem lopen en ingepakt als hij was kon hij niet veel doen en had iemand nodig om de zeer giftige slang te doden. Van alle kanten kwam men aangesneld maar niemand wist hoe of wat, behalve Roy, die met een koevoet de owroe-koekoe snekie (labaria/landpuntslang/fer-de-lance) naar de andere wereld hielp. Toen ik de slang nog een beetje zag kronkelen vroeg ik Roy of ie echt dood was. Roy zei “ja”, en benadrukte zijn antwoord door de kop van de slang faliekant met de koevoet te maskaderen (pletten). Ik was wis en waarachtig overtuigd, deze slang had niet eens meer tanden om te bijten. Daarna was het natuurlijk tori-tijd. Eddy vertelde in geuren en kleuren over de keer dat er een maka-sneki (bushmaster) in het huis hier op de plantage was.
De drie die-hards hadden de muur van de kamer inmiddels tot middelhoogte opgetrokken, maar moesten staken omdat de stenen door het ingetrokken vocht veel te zwaar waren en als ze toch door zouden gaan, de kans op instorten groot zou zijn. Dus kwamen ze ons nu helpen met de mandarijnboom en dat was hard nodig, want de takken waren behoorlijk dik. Wat was ik blij toen ik na het kortwieken zag wat ik altijd had vermoed, de akelige donkere schaduw naast het huis was als sneeuw voor de zon verdwenen en de bijen konden zo dicht bij het huis mooi geen nestje meer maken. Toen ik dat tegen Roy zei antwoordde hij: “Maar die horen er ook bij”.
Tante Ike heeft na de opening van De Plantage Bar al gauw een eerste klant.
Muurtje optrekken voor het startverblijf en opslagruimte voor Roy.Koemboe-boom, uitgegroeide okers en kleine kousebandjes.Owroekoekoe snekie en snekie torie.
Het kortwieken van de mandarijnboom. Brushcutten.Inpakken en wegwezen!

Aan iedereen in Nederland: een fijne Koninginnedag!!