vrijdag, februari 23, 2007

Redi Doti

Afgelopen maandag ben ik teruggekomen van een lang weekend op Redi Doti. Redi Doti is het dorp waar mijn naar Suriname geremigreerde tante woont, niet zo heel ver van onze plantage, maar om er te komen moet je wel de rivier oversteken. Het was deze keer een sociaal bezoek. De echtgenoot van mijn tante is bestuursopzichter(BO)van het gebied Carolina. En een groep van afdelingshoofden van het districtscommissariaat Para, waar Carolina ook onder valt, zou voor een bedrijfsuitje bij haar verblijven. De groep was 20 man groot en het thema van het bedrijfsuitje was Valentijn. Ik ben meegegaan om mijn tante een handje te helpen. Zo zou ik ook meteen een indruk krijgen hoe het is om een groep “toeristen” over te krijgen.
Een van mijn conclusies is, dat als ik ooit zelf toeristen op mijn plantage ontvang dan wil ik liever alleen buitenlandse toeristen, want die zijn wat betreft het eten vast niet zo veeleisend als de Surinaamse toerist. Tjee, wat zijn ze verwend met lekker eten. Het was veel gevarieerder en exclusiever dan de maaltijden die wij op onze tour naar Awarradam hebben gekregen. Ze zijn zaterdagmiddag aangekomen en zondagmiddag weer vertrokken en de maaltijden die zijn voorgeschoteld zijn: Bruine bonen (met rijst) met zoutvlees en pingovlees (bosvarken) en gerookte kip. Peprewatra (pepere kasavesoep van bittere kasave) met pakiravlees (lekkerdere soort bosvarken) en kasavebrood, gebakken koebie(vis), gestoofd pingovlees. Uitgebreid ontbijt met gebakken bakkeljauw, roerbakeieren, ingemaakte sardientjes, en andere reguliere vleeswaren. Zoute vis moksi-alesi met gestoofde agoetere(varkenstaart) en extra gebakken zoute vis. Ik heb meegeholpen met het koken en natuurlijk alles ook geproefd. Absolute topper was de droog gebakken verse koebievis, yummie!
Ok, wat heb ik meer geleerd? De gasten moeten, als ze ’s nachts buiten in een hangmat slapen, de kou niet onderschatten. Zelfs al hadden ze een deken mee, konden de meeste toch niet slapen van de kou. Ook de laatste nacht werd ik rillend wakker in m’n tent, ondanks m’n fleece dekentje.
Wat wel makkelijk was bij deze groep lokale “toeristen”, was dat de mannen in de rivier zijn gaan baden. Niet elke toerist zal dat zomaar durven.
Verder was het een gezellige boel. Een aantal van de groepsleden hebben in het dorpscentrum een toneelstuk opgevoerd: liefde op het werk. Het was heel vermakelijk en zoals ik later hoorde gebaseerd op de werkelijkheid. Een van de medewerkers had de reputatie een wisie-man’ te zijn. Dat betekent dat hij mensen vervloekt en verdoemd. Hij had de reputatie want zijn grootvader deed aan wiesie, z’n vader deed aan wiesie en z’n moeder deed aan wiesie. Zijn collega’s moesten daardoor niets van hem hebben, behalve toen er nood aan de man was. Een collega moest bevallen op het werk en had zijn hulp hard nodig. De bevalling ging gepaard met veel gegil en de kleine Indiaanse dorpelingen vonden het fantastisch. Ze verzamelden zich op het toneel om het van dichterbij te bekijken en lagen in een stuip.
Later werd er gedanst tot in de kleine uurtjes. In de middag was nog niet iedereen sober, vast ook niet de dorpsjager die mijn vader had kunnen zijn en wat oneerbare voorstellen aan mijn adres deed. Maar… als ICT-vrouw met jarenlange ervaring op de overwegend mannelijke werkvloer moest de dorpsjager natuurlijk het onderspit delven.
Op de foto’s: Het huis van mijn tante, de gasten overnachtten in hangmatten in het kamp ernaast, twee gasten sliepen binnen; het terras met mijn tent; mijn tante en een pan bruine bonen voor 20 man; tijdens een korte stop terug naar huis weer een nieuwe ontdekking gedaan op onze plantage: er staat ook een katoenboom.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Beste monique,
Bij deze wil ik je als ict-er zijnde hartelijk bedanken voor het beeld wat je de mensen nu geeft van ict-ers! ;-)

Ook al kan ik je verzekeren dat niet alle ict-ers zo zijn.

Monique Chelius zei

Oh Jee, meneer Anonymous, het was geenszins de bedoeling om de indruk te wekken dat ik aldoor oneerbare voorstellen krijg van mijn ICT-collega’s. Gelukkig niet, dat zou erg ongezellig zijn. Ik ben ook zeker niet voor een half jaar naar Suriname gevlucht voor mijn ICT-collega’s, daarvoor had ik het veel te veel naar mijn zin op de afdeling en met mijn collega’s. Laat ik het zo zeggen, als de werkvloer voor 90% met mannen is gevuld, ICT-ers of niet, dan willen de gesprekken bij de lunch of afdelingsborrel wel eens een bepaalde kant op gaan, en daar doen ook zeker niet alle 90% mannen aan mee hoor. Als ik dan tot die kleine minderheid behoor, dan word ik of ondergesneeuwd of ik sta mijn mannetje. Ik heb geleerd mijn mannetje te staan en daarom moet je van goeie huize komen wil je dat ik met mijn mond vol tanden sta bij een oneerbaar voorstel. Maar je hebt gelijk meneer Anonymous, ik moet wat beter op mijn woorden letten, want volgens mij zijn er inmiddels heel wat mensen die deze weblog lezen.

Anoniem zei

Sorry