Met een posse naar de plantage, deel I heb ik destijds door tijdgebrek niet beschreven. Dit was in januari. De groep bestond uit mijzelf, mijn oom Johan die op vakantie was, Paul, mijn neef Erik en een kennis van mijn oom, Tisie. Het is echt een groot verschil als je met z’n tweeën of met een groep naar dit soort buitenplaatsen gaat, zeker als er aanpakkers tussen zitten. Het werd meteen een soort “klussen en wonen in de jungle”. De mannen hebben een aantal zitplaatsen in het kamp gemaakt, waardoor het kamp weer gezelliger en leefbaarder werd. Ik denk dat het “klussen en wonen” nog even door had kunnen gaan ware het niet dat twee van de mannen het visgat ontdekten; geen dollartekens, maar kwikwi-vissen verschenen in hun ogen. De kwikwi’s echter klapten hun staarten vrolijk op een meter afstand van de dobbers en bleven van de smakelijke pieren af. Een aantal walapa’s en pataka’s waren niet zo slim en zijn die avond in de pan van Erik beland. Toch hadden de mannen de smaak te pakken en werd het plan gemaakt om een volgende keer het plafond en wat binnenwerk van het tot ruïne verworden huis te slopen. Daardoor komt er meer licht binnen en blijven de vleermuizen hopelijk weg. Alvorens terug te rijden naar de stad, zijn we nog even de Carolinaweg verder afgereden om te zien hoe ver het staat met de Carolinabrug. Zodra deze brug af is verwacht men dat de toeristenstroom enorm zal toenemen op de Carolinaweg, want aan de overkant zijn populaire toeristenplaatsen zoals Blaka Watra en Jodensavanne.
Op de foto’s: Erik maakt een bank, mijn oom speelt opzichter; het werk is af; Erik en Tisie met de eerste gevangen walapa; de status van de Carolinabrug, het houtwerk is van de oude vervallen brug.
Gisteren zijn we met de double cabin pickup van mijn tante richting Powakka gegaan. De hele dag tevoren ben ik bezig geweest met de voorbereiding. Kamperen in de jungle vergt een enorme voorbereiding, maar zo’n dagtrip moet je ook niet onderschatten. Om de hoek van mijn appartement heb ik latjes gekocht waar de heren een ladder mee kunnen maken, ik heb 2 mokers en werkhandschoenen gehaald. Natuurlijk heb ik ook de standaarduitrusting ingepakt, zoals in een eerdere weblog beschreven: hangmat, emmer, houwer, visspullen..etc. en wat extra gereedschappen, zoals hamer, zaag, spijkers, hark. Deze keer heb ik extra aandacht besteed aan de innerlijke mens: Ik heb Javaanse nasi klaargemaakt (de porties netjes ingepakt), broodjes met bakkeljauw en met heerlijke oude kaas (helemaal in Suriname ontvangen van mijn collega’s Frits en Niels!). De icebox was goed gevuld met allerlei drankjes en ijsblokjes. De groep bestond uit mijzelf, mijn tante, Tisie, Erik en, best spannend, dit was een eerste kennismaking met Roy, een vriend van mijn neef Erik die te kennen heeft gegeven best op de plantage te willen verblijven. Al jaren zijn we op zoek naar iemand die op de plantage wil blijven, voor zichzelf wat verbouwt en daarmee meteen op de plantage let zodat enpassanten de plek niet vervuilen en met alles wat los of vast zit ervandoor gaan. Want toen we daar gisteren arriveerden bleek weer dat een bezem en de fuik waren verdwenen. Over dit soort diefstallen maak ik me gelukkig allang niet druk meer.
Het was mooie en vruchtbare dag. De mannen hebben inderdaad het plafond en wat binnenwerk verwijderd en een behoorlijk stuk gewied (= met een macheta onkruid neergemaaid). Natuurlijk is er ook gevist en geoogst. Roy heeft twee walapa’s gevangen. Toen ik bij de eerste vangst in de emmer keek sprong de walapa er natuurlijk meteen uit. Instinctief kwam er zo’n typische vrouwelijke gil uit m’n keel en de mannen lachten me smakelijk uit. Erik heeft wel 20 teté manja’s geraapt, deze manja’s zijn zeer gewild. M’n tante heeft birambi’s geplukt en bijna ook een wespenbolletje vol met wespen. Ze zag ze gelukkig net op tijd. Ze heeft ook vol trots haar eerste Madame Jeanette peper op de plantage geoogst. Deze had ze even op een tafeltje gezet, ik hoop niet dat ze erg gehecht was aan deze trofee, want Tisie liep even later langs met z’n broodje bakkeljauw, stopte er iets tussen en zei: zonde om zo’n mooie peper daar achter te laten. Hij heeft in ieder geval de peper overleefd want niet veel later hoorden we plotseling ergens van boven: gaat u ze vangen? Tisie was heel hoog in de golet-manjaboom geklommen en gooide de geplukte manja’s naar ons toe. We hebben er meteen één gegeten, heerlijk!
Om eerlijk te zijn was ik op deze dag zelf erg moe als gevolg van de voorbereidingen. Dat merkte ik goed toen ik even in de hangmat ging liggen. M’n ogen gingen vanzelf dicht, ik ben er maar meteen weer uitgeklommen, want anders lag ik er nog in te ronken.
Op de foto’s: de mannen verwijderen het plafond; er komt van alles tevoorschijn, zo ook een rattenfossiel; Tisie gooit nog een plafonddeel op het vuur; de oogst van de dag.
Morgen wordt een spannende dag; mijn neef Chris en mijn collega Maarten arriveren in Suriname. Ik heb net een stationwagen bij Ashruf Taxi-service gereserveerd om ze op te halen.
maandag, februari 26, 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
Hoi Monique,
Hier een berichtje van de zus van Maarten. Vanochtend heb ik samen met mijn vriend Mario mijn "kleine" (?!) broertje naar schiphol gebracht en hebben we kennisgemaakt met je neef Chris. Als het goed is zitten ze nu in de lucht.
Van Maarten had ik het webadres van je blog gekregen, dus ik ben druk aan het lezen over alles wat jij daar doet. Toen ik bovenstaande las, kon ik het niet laten om even een berichtje te posten.
Doe de groeten aan Maarten en veel plezier nog!
Groetjes, Anke.
Hoi Anke,
Het vliegtuig van je "kleine" broertje, overigens een stuk langer dan de gemiddelde Surinamer, wordt om 18:00 uur plaatselijke tijd verwacht. Ik zal 'em zeker de groeten doen, maar ook voorstellen een belletje te geven. Mijn oma heeft me reeds appelbacoves (bananen) van haar eigen boom voor 'em meegegeven. Een ding is zeker, verhongeren zal hij hier niet!
Monique,
Wil je je Oma hartelijk bedanken voor de appelbacoves!
De eerste is al op en smaakte heel goed!!
Groeten vanuit Paramaribo van Maarten
Een reactie posten