We hebben onze plantage weer bezocht, altijd heerlijk om daar aan te komen (zie foto), deze keer om twee nachten te kamperen. Op de eerste dag kwam gelukkig de meneer met wie ik een afspraak had gemaakt om een autowrak weg te slepen. Al jaren probeer ik een akelige oranje bus daar weg te krijgen en nu is het eindelijk gelukt. Zo'n opluchting! Dat ding was ons een doorn in het oog (zie foto).
Het was daardoor een stuk gezelliger. We hebben twee slaapplaatsen opgezet; een kamp buiten met twee hangmatten en muskietennetten en een tent onder het bestaande kamp (zie foto). We hebben het een beetje comfortabel gemaakt met wat bushcraft-makelij a la Ray Mears; takken met haken en stokken bij de wasplaats, plankje om te koken enz. De boesie anansie (giftige bosspin) in het kamp hebben we als huisdier gehouden. We hielden wel goed in de gaten of hij thuis was als we ons voortbewogen.
We hebben weer van de overheerlijke kokosnoten (zie foto) gedronken en gegeten, onze sinasappelen geproefd (gelukkig lekker zoet) en wat groente geplukt en klaargemaakt bij de warme maaltijd. Bij het rondlopen zag ik een kleine slang heel snel voorbij gaan. Paul wilde hem natuurlijk meteen bekijken. Geen idee wat voor slang het was, maar volgens Paul was het geen giftige. Wie weet, in ieder geval heeft hij uitvoerig het boek “Slangen van Suriname” bestudeerd. De slang is er snel weer vandoor gegaan.
Zoals ik al eerder schreef heeft Paul veel meer lef met dieren, dus kan ik wat aparte plaatjes schieten. Deze keer heeft hij zichzelf wel overtroffen. Vandaag, voor vertrek van onze plantage wilden we nog het een en ander oogsten; we hebben sinasappelen geplukt, birambi's, bitawirie en een pompelmoes. Maar er was nog een andere boom met drie grote pompelmoezen, maar het was nogal begroeid. Ik had m'n laarzen aan, maar Paul niet. Ik stelde dus voor om vooruit te lopen met een lange stok en Paul liep met z'n gympen achter me met een houwer (macheta). Ik had nog maar een paar stappen gedaan of ik zag daar in de struiken een aardig grote slang. Weer wilde Paul het beest bekijken natuurlijk. Ik zei: laat die pompelmoezen maar zitten hoor, en laten we weggaan, maar nee, Paul vroeg me om mijn camera te halen nadat hij ook de slang had gezien. Het is een boa, zei hij, ongevaarlijk! Ach ja, ik haalde de camera wel. Van een afstand heeft Paul wat foto's gemaakt. Maar toen wilde hij meer. Tja, bij National Geographic zeggen ze, wanneer ze slangen vangen, er niet bij: don't do this at home, want wie kan dat nu ook thuis doen?! Nou ja, Paul dus wel op onze plantage. Hij heeft gewoon gedaan wat hij ze op tv heeft zien doen, en voila! Ik was natuurlijk het camerateam, maar zonder tegengif in de bagage. Daarna heeft Paul de pompelmoezen geplukt.
Watersnood 2006 in 2009
13 jaar geleden
1 opmerking:
Hallo Moon en Paul
Prachtige weblog!
Paul, als dat een echte slang is(!), is dit zeer indrukwekkend.Het grootste deel van de mensen heeft een instinctieve angst voor slangen.Jij vreemd genoeg niet.Zelfs al had ik tien boeken gelezen die zeiden dat het een ongevaarlijk slang was, had ik toch een grote, sluipende, zwetende boog om het beest heengemaakt.
Onder je ongenschijnlijk onderkoelde
urban uiterlijk schuilt kennelijk een
woeste bushman zonder angst.
Moon, probeer hem een beetje onder controle te houden.
Ik kom eind februari en zal dan als urban- euro-suri angstvallig binnen de stadsgrenzen blijven zoals gewoonlijk.Ik hoor graag alle stoere bosverhalen, zodat ik daar over kan schrijven, op het balkon met een glas groene fernandes(+ijs!), ver weg van het oerwoud.(ik ben er godzijdank uit
gekomen na een lange moeizame evolutie en ik ga niet terug)
groeten
Chris
Een reactie posten