Vorige week hebben we Braamspunt bezocht en vanaf vandaag hebben we de verbrandingsverschijnselen weer onder controle. We hebben de geijkte fout gemaakt: heerlijke wind op het strand, de hitte van de zon is niet te voelen, en daarom niet ingesmeerd of beschermd. Ach ja, we hebben ons lesje weer geleerd. Zelf verbrand ik zelden, maar omdat we het strand van Braamspunt helemaal voor ons alleen hadden, had ik de gelegenheid om wat ongerepte huid aan de zon bloot te geven.
Braamspunt is op een schiereiland in het noordoosten van Suriname, waar de Suriname- en de Commewijnerivier bij elkaar komen en de Atlantische Oceaan instromen. Je komt er vanaf Paramaribo met een bootje; vanaf Leonsberg is het een uur varen. Wij hebben een boot met schipper gehuurd (175 SRD, ongeacht het aantal passagiers, max. 22). Hij heeft ons gebracht en gewoon gewacht tot we weer terug wilden. In de tussentijd zou hij z’n boot schoonmaken. Het strand is daar prachtig, en volgens mij is het ook het enige of een van de weinige zeestranden die Suriname heeft. Daarom verbaasde het me ook erg dat er verder niemand was. Wij waren er op een doordeweekse dag en zoals de schipper ons vertelde, wonen er nu Guyanese vissers. Hun woningen zijn zeer onaantrekkelijk, zeg maar gewoon krotten, en misschien is het daarom geen populaire badplaats. Wij hebben ons echter erg vermaakt, want het strand zelf was prachtig en schoon. We hebben daar al gauw een oerlelijk aasvisje gevangen, de schipper zei dat deze vissen (toekai?) 4 ogen hebben, maar we hebben maar 2 ogen gevonden. Met het aasvisje heeft Paul twee vissen uit de zee gehaald, waaronder een katvis van redelijk formaat. Uiteraard hebben we ze na te barbecuen opgesmuld. Uiteraard, want in Suriname doe je niet aan “catch and release”, tenzij de vis er echt heel onsmakelijk uitziet en je weet dat je ‘em toch niet gaat opeten. De schipper vertelde ons dat alleen de bosroko-visie een giftige zeevis is, het lijkt alsof ie een hemd aanheeft. Verder was alles eetbaar. Die lelijk aasvis wordt nooit gegeten want die blijft na bereiding een rauwe smaak behouden. Helaas hebben we tijdens de tocht geen dolfijnen gezien, deze schijnen soms met de stroom mee de rivieren in en uit te zwemmen. Wel zagen we af en toe een rode Ibis.
Op de foto’s: het bootje dat je meeneemt naar de overkant, bruisende Atlantische Oceaan, zonnen en vuurtje maken, de kleine vangst, visje aan het spit.
Watersnood 2006 in 2009
13 jaar geleden