Watersnood 2006 in 2009
14 jaar geleden
in Suriname
Inderdaad, zoals Erwin schreef heeft Maarten een “palmboompje” voor me op de werkplek geregeld en er zelfs bananen in gehangen. En mijn naaste collega’s hebben warempel een stretcher-hangmat voor me op de werkplek aangeschaft. Ik werd er gewoon verlegen van. M’n baas die natuurlijk door al die verhuizingen tot over z’n oren in het werk zit, heeft toch de moeite genomen om me een mooie rondleiding te geven op de nieuwe afdeling. Het was een erg warm onthaal.
Het onthaal thuis natuurlijk ook. Heel veel aandacht en voor mijn eerste week maaltijden door moeders bereid en thuis bezorgd door m’n zus. Wat heb ik het toch goed.
Fase 1, de fundering was ook al gestart; materialen waren verzameld, en de bewapening voor de fundering werd op maat gemaakt.
Intussen is ook getracht al de rommel die ver tevoren door de buren op het perceel is gedumpt weg te slepen. Eerst met een truck, maar die kwam vast te zitten, had Tesie gerapporteerd, en later met een lichter vehicle, een pickup, maar ook die kwam vast te zitten in de drassige grond. Dus zijn de mannen begonnen het materiaal zelf naar voren te slepen. Dat moet een zware klus geweest zijn.
“Shit, als die drugshond maar niet op m’n broodje koepila afkomt”
want nadat we al een uur geleden hadden moeten instappen werd omgeroepen dat er een technisch mankement was, een of ander klepje wilde niet meer automatisch terug. Geschatte extra vertraging was vanaf nu anderhalf uur. Ik zit hier tenminste in een comfortabele stoel, ik kan internetten, er zijn overheerlijke broodjes pom, sate’s en ook heerlijke loempia’s. Ook de bar is goed gevuld, ik heb net een cognacje tegen de kou genomen.
kwam hij terug met een enorm kapmes. Weer wat later werd de politie erbij gehaald en kalmeerden de gemoederen. Even goed heb ik van m’n saoto genoten, al waren we wel paraat om ons snel uit de voeten te maken als het echt uit de hand zou lopen.
Mijn buurman tijdens de vlucht was niet echt de gezelligste en verstopte zich voornamelijk onder een deken, volgens mijn zusje is dit gewoon onder een bepaalde groep mensen; liever anoniem als spook dan herkenbaar in een zeer genante slaaphouding (vreselijk uncool!). Dus ging ik, als ik zelf niet sliep, filmpjes kijken op de DigEplayer. Tot de daling boven bewolkt Amsterdam begon.
* Apollostraat 19, de bouwkeet: verschil van een halve dag werk van Wahab en zijn assistent.*
* Mijn wrokoman dey: de opruiming van mijn intussen enorm gegroeide kampeerinboedel, hangmatten en tapoli wasemen uit, opgeruimd staat netjes, tante Helen en de tros appel-bacoven. *
* De Agro en made in Suriname beurs: De zeer gewilde King Crab op sterk water, een Braziliaanse markoesa en een reuzencitroen, kippetjes met lange nek aan het spit, de oesterzwammen stand, de Van der Meer stand. *
Krab in tomatensaus, massala-krab met klaroen en boulanger, voorraadje sopropo-gehaktballen voor oma.



Dus heb ik me maar in de keuken uitgeleefd en wat geëxperimenteerd met Surinaamse groenten; gehaktballen met sopropo en gropisie(taugé) sambal. Ook heb ik massala kip en spek met kousenband klaargemaakt. De Powakka-posse heeft hier zondag smakelijk van gegeten.
Zo gingen we met de grootste posse ooit naar Powakka. Erik, Roy en Tesie zaten achterin de pickup en tante Anita, oom Eddy, Oom Ot en ik zaten warmpjes binnenin. Natuurlijk probeerde ik het de jongens wel comfortabel te maken, maar ze lachten om mijn suggesties voor comfort. Ach, ze hebben dit al zo vaak gedaan, dus wat maak ik me druk, het zijn echte die-hards! Toch was ik wel blij dat het niet of nauwelijks regende tijdens de rit. Het doel van deze trip was een muurtje optrekken voor het eerste verblijfvertrek van Roy en korte metten maken met de zure mandarijnboom naast het huis. Maar natuurlijk is er veel meer gedaan dan dat, zeker met zo’n grote groep mensen. Zelf had ik weinig te doen; iedere keer als ik een werktuig wilde pakken was ie al ingenomen door iemand anders. Dus ging ik maar met de camera rondlopen. Toen ik eindelijk zelf even aan het zagen was hoorden we hard roepen “kom snel, KOM SNEL!!!”. Eddy zag tijdens het brushcutten een owro-koekoe snekie langs hem lopen en ingepakt als hij was kon hij niet veel doen en had iemand nodig om de zeer giftige slang te doden. Van alle kanten kwam men aangesneld maar niemand wist hoe of wat, behalve Roy, die met een koevoet de owroe-koekoe snekie (labaria/landpuntslang/fer-de-lance) naar de andere wereld hielp. Toen ik de slang nog een beetje zag kronkelen vroeg ik Roy of ie echt dood was. Roy zei “ja”, en benadrukte zijn antwoord door de kop van de slang faliekant met de koevoet te maskaderen (pletten). Ik was wis en waarachtig overtuigd, deze slang had niet eens meer tanden om te bijten. Daarna was het natuurlijk tori-tijd. Eddy vertelde in geuren en kleuren over de keer dat er een maka-sneki (bushmaster) in het huis hier op de plantage was.
Tante Ike heeft na de opening van De Plantage Bar al gauw een eerste klant.
Muurtje optrekken voor het startverblijf en opslagruimte voor Roy.
Koemboe-boom, uitgegroeide okers en kleine kousebandjes.
Owroekoekoe snekie en snekie torie.
Het kortwieken van de mandarijnboom.
Brushcutten.
Inpakken en wegwezen!